Erfbelasting en patchwork families

 Een kind dat erft van een biologische vader die hem of haar niet erkend heeft, betaalt meer belasting over de erfenis dan een kind van een vader die hem of haar wel erkend heeft. En dat is niet eerlijk. Althans dat vindt Kees, die 100.000 meer aan de fiscus moest afdragen. Auw.

Successiewet

In de jaren 50 waren bijna alle vrouwen die een kind kregen getrouwd. Inmiddels is maar 42% van de moeders getrouwd bij de geboorte van hun eerste kind[1]. Het ‘levenslange’ huwelijk, zoals wij dat van onze (groot)ouders kennen is allang niet meer de norm. We leven langer, vrouwen zijn financieel onafhankelijker en scheiden is allang geen doodzonde meer. Daardoor is er het nodige veranderd in de manier waarop we samenleven als gezin. Voor de wetgever is dat soms wat ingewikkeld. Sommige wetten, zoals de Successiewet die over erfbelasting gaat, stamt nog uit de jaren 50 en is op sommige onderdelen wat achterhaald. Zoals: wat is nu eigenlijk een ‘echt’ kind?[2]

 

Biologische vader

Op 6 september deed de Hoge Raad een interessante uitspraak[3], waarin zij feitelijk een lacune vaststelde in de wet. In deze zaak draaide het om een persoon (we noemen hem Kees) die opgroeide met zijn moeder en met de nieuwe vriend van zijn moeder die hem als juridisch kind had geadopteerd. Maar Kees had ook een biologische vader, die hem weliswaar niet wettelijk erkend had, maar met wie hij wel contact onderhield. Hij ging zelfs af en toe met hem op vakantie. Toen zijn biologische vader in 2017 stierf, erfde Kees een half miljoen. Een financiele meevaller, totdat de fiscus op de deur klopte en een aanslag neerlegde als ware Kees geen echt kind van zijn vader.  In dit geval moest Kees 40% erfbelasting betalen in plaats van de gebruikelijke 20%. Dat betekende in praktijk dat hij geen 80.000 maar 180.000 erfbelasting moest aftikken. Kees besloot daarop naar de rechter te gaan.

 

De meest oneerlijke belasting

Even voor de goede orde. In Nederland betaal je over het geld dat je van je ouders erft belasting. Die belasting vinden sommige mensen oneerlijk. Oud-premier Rutte zei er ooit over dat de erfbelasting ‘de meest oneerlijke belasting is die je kunt betalen’. Dat wordt overigens weer betwist door andere ‘grootheden’ zoals Arjen Lubach, maar dat terzijde.[4]  Erfbelasting bouwt zich op in staffels. Kinderen betalen geen erfbelasting over alles wat zij ervan tot 25.000 euro. Over een bedrag tussen de 25.000 en 177.000 euro, betalen ze 10% erfbelasting. Over alles daarboven, betalen ze 20% belasting.

Juridisch kind

Een niet-juridisch kind dat erft van zijn stiefouder heeft een belastingvrije voet van slechts 2.658 euro. Alles wat hij/zij daarboven erft, daar betaalt hij/zij  30% successierechten over (tot een bedrag van 155.026). Alles daar weer boven valt in het 40% tarief. Dat is het dubbele van dat wat een ‘echt’ kind moet betalen aan erfbelasting. Maar wat is nou een echt kind? Ben je dat op basis van je biologie of omdat een ouder jou als een ‘echt kind’ heeft erkend?

Cassatie

De Arnhemse rechter was het in ieder geval met Kees eens dat hij gewoon volgens laag tarief van zijn biologische vader mocht erven. Maar daar ging de fiscus tegen in cassatie. Kees had immers al een vader van wie hij zou erven (zijn juridische vader, de nieuwe man van zijn moeder die hem als kind had geadopteerd). En dat zou dan dus betekenen dat hij van twee vaders in een laag belastingtarief zou erven. Toch oordeelde de Hoge Raad dat hier sprake is van discriminatie tussen huwelijkse kinderen en buitenhuwelijkse kinderen. Het verschil in behandeling tussen kinderen geboren binnen en buiten het huwelijk is volgens de Hoge Raad niet gerechtvaardigd en is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.[5]

Wetgever krijgt huiswerk

Je zou denken dat Kees nu dolblij is, maar helaas heeft hij niet zoveel aan deze uitspraak. De hoge belastingaanslag blijft vooralsnog in stand want De Hoge Raad oordeelde ook dat het niet aan de rechters is om dit probleem op te lossen, maar aan de wetgever. Dit komt omdat er keuzes gemaakt moeten worden die verder gaan dan wat rechters normaal gesproken doen, er moet namelijk ook rekening worden gehouden met nieuwe ontwikkelingen in de samenleving, zoals meerouderschap en draagmoederschap. 

Belastingjoker

Een belangrijke uitspraak waarin de Hoge Raad de wetgever dus aanspoort om de wet te wijzigen aangezien deze niet meer aansluit op onze nieuwe realiteit van patchwork families. We zullen nog wel even geduld moeten hebben om erachter te komen hoe de wetgever deze nieuwe realiteit in juridische bepalingen zal vatten. Misschien mag je als kind straks zelf wel kiezen van wie je wilt erven tegen laag tarief. En kun je het lage tarief maar een keer inzetten. Een soort belastingjoker?

Eerlijk

Wat we misschien sneller zullen weten is hoe de fiscus besluit ten aanzien van Kees’ situatie. Het zou hen sieren als ze vooruitlopend op de nieuwe wet Kees niet meer aanslaan voor het allerhoogste erfbelasting-tarief. Maar ja, de belastingdienst: leuker kunnen ze het niet maker, maar hopelijk wel eerlijker…

 Femmetje de Wind is schrijver, columnist en advocaat bij ABC Legal. Voor civielrechtelijke juridische vragen, kun je contact opnemen met de specialisten van ABC Legal. Wij staan je waar nodig met raad en daad terzijde.

[1] Cijfers bron: CBS

[2] De Successiewet werd op 28 juni 1956 aangenomen

[3] ECLI:NL:HR:2024:1130

[4] Zie recent uitzending Arjen Lubach over het nut van erfbelasting. https://www.youtube.com/watch?v=3Is8LiajzyI

[5] Kees was niet door zijn biologische vader erkend, maar hij onderhield wel contact met hem (ze gingen zelfs met elkaar met vakantie). Er was dus sprake van een soort familierelatie. Kees voelde zich daardoor gediscrimineerd: waarom zou hij zoveel meer belasting moeten betalen, alleen maar omdat er volgens de fiscus geen officiële familierechtelijke betrekking was? Volgens Kees was er wel degelijk “family life" (een hechte familieband) tussen Kees en zijn biologische vader. 

 

Vorige
Vorige

Onrechtmatige perspublicaties en de gecremeerde kroket

Volgende
Volgende

Moord-fantasieën of vrijheid van meningsuiting?